Brandveiligheid
Brandveiligheid is één van de belangrijkste en ook zeker één van de meest reguliere onderwerpen in de ontwikkeling van gebouwen. Ieder gebouw kent in zekere mate een brandrisico en dit risico moet worden beperkt. Mocht er ondanks dit brand toch brand uitbreken, moet de ontwikkeling en uitbreiding van brand en rook voldoende beperkt worden. Dit doet u door gebruik te maken van onbrandbare of brandvertragende materialen die voldoen aan normen.
Regelgeving en wetgeving branddeuren
In Nederland is vooral de norm: NEN6069 bekend, omdat deze wordt benoemd in het bouwbesluit. In de Europese gemeenschap wordt echter, als ook in Nederland, alsmaar meer gestreefd naar uniformiteit van regels.
Ook op het gebied van brandwerendheid zijn er inmiddels op Europees niveau normen ontwikkeld. Voor deuren is dit de EN1634-1. Deze Europese norm is in Nederland bekend als de NEN-EN1634-1. Ieder land dat lid is van de Europese Unie moet deze norm in hun eigen norm integreren, in Nederland is deze opgenomen in de NEN6069. De NEN6069 is benoemd in het Nederlandse Bouwbesluit.
De Europese norm; EN1634-1
De norm; EN1634-1 geldt voor alle Europese lidstaten. In deze norm staat precies omschreven op welke manier en onder welke voorwaarden een deur getest dient te worden.
De feitelijke brandtest mag alleen maar worden uitgevoerd door een Notified Body, welke aangesloten dient te zijn als member bij de EGOLF. Daarnaast dient de fysieke brandtest altijd te gebeuren met een complete deurconstructie zoals deze ook toegepast wordt in de praktijk.
Na de brandtest wordt een testverslag opgemaakt. Vanuit het testverslag en de brandtest volgt de classificatie prestatie waaraan de deur voldoet conform de EN13501-2
De classificatie wordt vermeld op het officiële certificaat, dat, indien de deur aan alle eisen voldoet, wordt verstrekt. We spreken vervolgens van een geteste en gecertificeerde deur, conform de NEN-EN-1634-1.
Een belangrijke voorwaarde in de Nederlandse regelgeving is, dat wanneer er een aanpassing wordt gedaan op de deurconstructie, het certificaat van de deur niet langer geldig is. Dit geldt al voor de kleinste aanpassing.
Wat is de EI eis?
Binnen de Europese norm en de Nederlandse norm bestaan verschillende brandwerendheidsclassificaties. Deze classificatie staat vermeld op het officiële certificaat van de deur en is afhankelijk van de prestaties van de deur. Alle classificaties en bijbehorende prestaties in brandwerendheid zijn beschreven in de Europese norm; EN13501-2. De EI classificatie maakt deel uit van deze reeks classificaties en kan alleen door middel van een (full scale) brandproef worden aangetoond.
De eisen omtrent de EI classificatie hebben te maken met thermische isolatie. De temperatuur aan de verhitte zijne van de deur kan oplopen tot 1000 graden Celsius. De temperatuur aan de niet verhitte zijde van de deur, welke gemeten wordt door meerdere thermokoppels, mag echter niet hoger worden dan gemiddeld 140 graden Celsius. Daarnaast mogen de thermokoppels afzonderlijk niet warmer worden dan 180 graden Celsius.
In veel Europese landen geldt deze eis in publieke ruimten. Dit vanwege de warmte doorgifte tijdens de brand achter de branddeur. Door het tegengaan van de warmtestraling worden de verschillende vluchtwegen niet geblokkeerd door hitte. Daarom is het van belang dat de deuren voldoen aan de EI-eis.
De EI eis is onder te verdelen in 2 onderscheidende classificaties:
- EI1, de thermokoppel meet de temperatuur in de ruimte, 25 mm van het kader verwijderd
- EI2, de thermokoppel meet de temperatuur in de ruimte, 100 mm van het kader verwijderd
EI1 is de hoogst haalbare classificatie op het gebied van deuren.
Zelfsluitend in geval van brandsignalering
Sluit de deur daadwerkelijk bij een brandmelding van de brandmeldcentrale (BMC) of van lokale rook- en temperatuurmelders en is dit ook gegarandeerd indien er geen voeding aanwezig is? Hiervoor zijn verschillende oplossingen mogelijk in branddeuren:
- Men dient de voeding te garanderen door de branddeur aan te sluiten op het noodstroomcircuit
- Gravity Fail Save (GFS); het gecontroleerd sluiten van de branddeur doormiddel van het eigen gewicht
- Electrical Fail Save (EFS); het zelfsluitend maken van de deur door middel van een accupakket
PGS15 & branddeuren
In verschillende sectoren zijn gevaarlijke (chemische) stoffen onderdeel van de bedrijfsvoering. Om veilige opslag van gevaarlijk stoffen te bevorderen, bestaat er een richtlijn; de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen, bekend als de PGS15. De ADR (Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route) vormt de grondslag voor de PGS15.
De PGS 15 wijkt op een aantal cruciale punten af van de regelgeving omtrent brandwerendheid in het bouwbesluit. Zo eist de PGS 15 een hoge prestatie-eis op het gebied van brandwerende deuren. Deze prestatie eis is vastgelegd in de publicatiereeks als EI1 in overeenstemming met de NEN-EN1634-1. Het is hierin niet toegestaan om een deur toe te passen welke gecertificeerd is onder de Nederlandse norm; NEN6069.
In de PGS15 is ook vastgelegd dat vloeistofbeheersing verplicht is in een PGS 15 ruimte. Dit kan gerealiseerd worden door een vloeistofkering te integreren op de branddeur. De deur moet dan, aangezien bij de kleinste aanpassing aan de deurconstructie de EI1 certificering vervalt, inclusief de vloeistofkering zijn getest en gecertificeerd.